Omgeving

‘Architecten moeten zich dienender opstellen’

Niet mooi of statusverhogend, maar faciliterend zijn is voor veruit de meeste gebouwen het voornaamste doel, aldus directeur van architectenbureau COARE Jan Willem Leverstein.

De Eiffeltoren in Parijs, de Petronas-torens in Kuala Lumpur en het Opera House in Sydney: het zijn iconische gebouwen waar landen en steden trots op zijn. Maar de meeste gebouwen zijn er niet om een statement mee te maken; ze zijn er om van betekenis te zijn voor gebruiker, stelt Jan Willem Leverstein. Ziekenhuizen moeten patiënten sneller beter maken, universiteit moeten zorgen dat studenten goed kunnen studeren en kantoren moeten de mensen die er werken een veilige, inspirerende omgeving bieden.

“Architectuur is dienend”, aldus de directeur van architectenbureau COARE. “Het is geen doel op zich.” Leverstein, zelf niet opgeleid als architect, begon op zijn 21ste met zijn eerste baan als verkoper van kantoormeubelen. Zeven jaar later startte hij met zijn eerste eigen bedrijf en in 2008 richtte hij samen met Aldo Meijer COARE op.

Ook voor de architecten bij COARE was die dienstbaarheid even wennen. “Mensen die bij ons komen werken, denken vaak dat ze iets moois moeten maken, iets wat voor hén van betekenis is”, zegt de ondernemer. “Ze hebben jaren nodig om erachter te komen dat hun product gaat over het faciliteren van mensen. Daarvoor moet je je ongelooflijk goed kunnen verplaatsen in de mens voor wie je werkt.”

Gedrag en geluk

Op zijn LinkedIn-profiel staat dat Leverstein zich ervan bewust is dat de projecten van COARE ‘het gedrag en geluk van veel mensen beïnvloeden’. Die verantwoordelijkheid weegt hem zwaar en vindt hij ‘uitdagend’. “Bijna de helft van de tijd staan mensen ‘uit’, zijn ze met hun hoofd niet in het hier en nu en zijn ze zich niet bewust van omgeving”, stelt Leverstein. “Uit de omgevingspsychologie, maar ook uit het normale leven in gesprekken met mensen, blijkt dat mensen gelukkiger zijn als ze zich met elkaar kunnen verbinden. Wij willen gebouwen maken waar mensen bewuster en meer mindful kunnen zijn, zodat ze zich makkelijker met elkaar verbinden.

Het 23.000 m² grote hoofdkantoor ‘Bellevue’ van netbeheerder Alliander in Arnhem wordt op basis van een door Coare Architectuur ontwikkeld concept gerevitaliseerd.

Neem kantoorgebouwen: veel mensen stappen ’s ochtends in de auto naar hun werk, bereiken via de parkeergarage en de lift hun kantoor en gaan aan het einde van de dag weer naar huis zonder dat ze echt contact hebben met collega’s. “Door een vormgeving waarin meer ruimte is voor verbinden, worden mensen aanspreekbaarder.” Zo worden kantoren de komende jaren volgens Leverstein steeds vaker ‘dynamische ontmoetingsplekken’. “Mensen willen niet meer bij Starbucks achter de laptop zitten. Ze willen met leuke collega’s aan dingen werken waar ze trots op zijn.”

Gedrag beïnvloeden 

De look en feel van een gebouw beïnvloeden op intuïtief niveau het gedrag van mensen, stelt Leverstein. Als voorbeeld noemt hij het vele gebruik van grijs en zwart in zakelijke omgevingen. “Grijs en zwart kunnen in een museum prachtig zijn. Of als een materiaal van nature die kleur heeft, zoals zwart natuursteen. Maar grijze en zwarte stoelen, kasten en deuren: dat is gewoon deprimerend. Terwijl de kleuren van een voorjaarsdag – vriendelijk, zacht, licht, fris – veel plezieriger stemmen.”

In de vestiging van Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp wordt ruimte gemaakt voor de komst van 550 mensen. De huidige 1200 gebruikers van het 14.000 m² grote gebouw krijgen er vanwege een herschikking elders 500 studenten en 50 medewerkers bij. Mede op basis van een aantal door Coare Architectuur gehouden workshops werden ambities en kansen in gezamenlijkheid bepaald.

Het belangrijkst in een kantoor is dat mensen de keuze hebben voor het soort ruimte waarin ze willen werken, benadrukt de ondernemer. Een ruimte met veel prikkels kan de interactie en creativiteit stimuleren. Maar moet je je concentreren, dan moet je je kunnen afzonderen in een prikkelarme ruimte. “Nu hebben gebouwen vaak óf privacy in de vorm van werkkamers, óf alleen maar verbinding met open kantoorvloeren. Terwijl je op zoek moet gaan naar de juiste verhouding tussen afzonderen en verbinden.” Op die manier hoef je geen bordjes met ‘stilte’ op te hangen, maar ondersteunt de architectuur bepaald gewenst gedrag. “In een kerk schreeuw je ook niet. En in een klooster of Japanse tempel voel je je direct ‘zen’.”

Trots

Wat je in ieder geval níet moet doen, waarschuwt Leverstein, is de inrichting overal in het gebouw hetzelfde maken. “Als alle verdiepingen hetzelfde eruitzien, voel je je al snel verloren. Een gebouw moet steeds veranderen als je er doorheen loopt, net zoals de omgeving en sfeer verandert als je door een dorp loopt, met herkenningspunten als kunst op een rotonde.”

Het mooist vindt Leverstein het als mensen echt trots zijn op een pand, bijvoorbeeld als er mooie verhalen of anekdotes over te vertellen zijn. “Nu zie je dat veel bij circulaire en duurzame gebouwen. Bijvoorbeeld een brandweerkazerne waar van oude uniformen akoestische platen zijn gemaakt.”