KantorenOmgeving

Het TenneT-gebouw: Circulair bouwen in de praktijk

De circulaire economie en circulair bouwen zijn sterk in opkomst. Maar dat betekent nog niet dat deze nieuwe manier van bouwen, waarbij grondstoffen steeds opnieuw worden gebruikt, al volop gebeurt. Toch heeft deze nieuwe manier van denken, bouwen en financieren de toekomst. Bij de inrichting van het nieuwe kantoor van energietransporteur TenneT in Arnhem werden deze circulaire principes daadwerkelijk toegepast.

TenneT-1

Cradle-to-cradle

Niet alleen de vloerbedekking maar ook de binnenmuren, verlichting, meubels, het glas en zelfs de coatings zijn binnen de principes van ‘cradle-to-cradle’ denken uitgevoerd. Het gevolg hiervan is niet alleen dat bijna de complete inrichting hergebruikt kan worden, maar ook dat alle projectpartners op hun eigen niveau innovaties hebben moeten doorvoeren.

TenneT-2

De vloerbedekking, binnenmuren, verlichting, meubels, het glas en zelfs de coatings: bijna alles is binnen de principes van ‘cradle-to-cradle’-denken uitgevoerd.

TenneT-3

Pre Returnable Procurement (PRP)-constructie

Binnen dit project is gewerkt met met zogenaamde ‘Pre Returnable Procurement’ (PRP)-constructie. Dit contract verplicht de opdrachtgever na gebruik alle materialen terug te geven aan de leverancier, die zich op zijn beurt verplicht de materialen terug te nemen en in te zetten voor hoogwaardig hergebruik. Op deze manier verdwijnen hoogwaardige materialen niet in een afvalstroom en kan er op allerlei fronten winst worden behaald. De leverancier blijft dus eigenaar van de grondstoffen en heeft er dus baat bij vooraf na te denken over het hergebruik van deze materialen op lange termijn.

TenneT-4 TenneT-5

Binnen dit project is uiteindelijk voor in totaal 433 ton aan grondstoffen op circulaire wijze betrokken. Daarvan kan, na de gebruiksperiode van vijftien jaar, binnen de huidige technologie 0% geupcycled, 7% gerecycled en 78% gedowncycled worden. Het aandeel recycling lijkt laag, maar is eerlijk en realistisch. Daar staat wel tegenover dat uiteindelijk slechts 15% van al het gebruikte materiaal verbrand zal worden. De rest blijft in de kringloop.