Dagboek van een werknomade

‘Working apart together’

De werknomade is altijd onderweg en werkt op de meest uiteenlopende plekken. Elke maand beoordeelt ze een onorthodoxe gratis werkplek; van ziekenhuis tot theaterfoyer. Waar in Nederland is de sfeer gastvrij, de werkplek prettig en de koffie lekker? Vandaag is de werknomade bij haar ‘soortgenoten’, de Delftse werknomaden.

Eigenlijk zou ik vandaag bij een andere zelfstandige professional thuis gaan werken. Geen collega of vriendin, maar iemand die ik niet persoonlijk ken: Heleen Dierdorp. De communicatie- en marketingdeskundige uit Delft had met een bevriende ondernemer het initiatief Hub at Home opgezet. Met deze netwerksite zouden zelfstandigen hun thuiswerkplek kunnen aanbieden aan andere zelfstandigen, omdat samen werken leuker is en omdat thuis werken soms fijner is dan in een koffiebar zitten met je laptop.

Maar de crowdfundingcampagne voor Hub at Home liep niet. Tegen het einde van de campagne was de benodigde 8.000 euro lang niet gehaald. “Iedereen die we erover vertelden was enthousiast, de pers had interesse, maar de campagne kwam niet van de grond”, vertelt Heleen. “Misschien is met elkaar thuis werken nog een brug te ver.”

Inderdaad, ik kan me voorstellen dat het spannend is om je ‘thuiskantoor’ open te stellen voor vreemden. Het komt toch wat minder professioneel over als er speelgoed van je kinderen onder je bureau ligt, of als je gasten in de badkamer naar het toilet moeten en in je medicijnkastje kunnen spieken. Dat merkte Heleen ook aan de reacties op het platform. “Mensen vonden het leuk om bij anderen te werken, maar wilden geen mensen ontvangen. Ze hadden het idee dat ze hun hele huis eerst zouden moeten opruimen.”

Barbaar-uitzicht

Dus besloot Heleen een laagdrempeliger initiatief op te zetten: de facebookgroep Delftse werknomaden, die een keer per week in een horecagelegenheid in Delft neerstrijken. Working apart together, zoals Heleen het noemt. Vandaag is de eerste werksessie, in Barbaar, een ‘ontmoetingsplek voor creatief en ondernemend Delft’, vlakbij het station en aan het sfeervolle Sint Agathaplein.

Delftse werknomaden die een keer per week in een horecagelegenheid neestrijken: ‘Working apart together’, noemt ze het.

Vanuit onze tafel hebben we uitzicht op het Museum Prinsenhof en daar achter de Oude Kerk van Delft. Het café zelf is sober maar sfeervol ingericht, met veel onbewerkt hout, lampen van karton en ongepleisterde muren. Het is hier mooi licht. Aan dé basisvoorwaarde voor iedere werknomade is ook voldaan: de wifi is snel. De cappuccino smaakt goed en de losse thee komt met een zandloper: groene thee moet 3 minuten trekken, zwarte 5 minuten. En, erg sympathiek: je kunt hier voor 50 cent nieuw heet water krijgen als je dezelfde thee opnieuw gebruikt.

Barbaar-thee

Ik hoor wat geroezemoes van andere gasten en er klinkt een rustig achtergrondmuziekje en gerammel van potten en pannen in de keuken. Een prettig geluid om op te werken. De jazzy tonen zijn zelfs zó fijn dat ik vraag wat de bediening heeft opgezet: onder meer José James en Michael Franks, zo blijkt.

Tegen lunchtijd komen twee zestigplussers binnen. Het valt de vrouwen op dat veel mensen een laptop op de tafel hebben staan. “Is dit de werkhoek?”, vragen ze zich af. Ze gaan toch maar zitten. Ondertussen spreekt Heleen een jonge vrouw aan die ook aan het werk is, om haar nieuwe initiatief te promoten. Dat is nodig, want nu zitten we hier met zijn tweeën, Heleen en ik. Een derde nomade is niet komen opdagen.

Barbaar-Heleen

Na een productief ochtendje en een heerlijke lunch (we kregen een superlekker mini-tomatensoepje bij ons brood, alweer zo sympathiek), ga ik aan het einde van de middag de najaarsregen weer in. Delftse werknomaden, kom op, laat dit initiatief wél slagen!