Als het beton droog is

Ontmoeten als sleutelwoord bij NHL Hogeschool Leeuwarden

Nieuwe gebouwen worden vaak met de mooiste beloftes opgeleverd. Wat is er van die ambities geworden? Journalist Dewi Gigengack neemt een kijkje en praat met de gebruikers.

Aflevering 1: NHL Hogeschool, Leeuwarden

Ontmoeten als sleutelwoord

Ontmoeten was het sleutelwoord bij de bouw van de NHL Hogeschool in Leeuwarden. Dat schept verwachtingen, want in ‘ont-moeten’ zit namelijk iets spontaans, leuks en onverwachts. Een mooie waarde voor een onderwijsinstelling. Leren is een proces dat niet volledig is te voorspellen, het zit vol verrassingen.

Het gebouw van de NHL is ook verrassend te noemen. Het ene deel van het gebouw -een veelvormige verzameling van kleinere eenheden als een honingraat- stamt uit 1984 en is van van architect Abe Bonnema; het andere deel, eind 2009 opgeleverd en ontworpen door Herman Hertzberger, staat op schuine kolommen, en lijkt op een brug die een oude school omlijst.

NHL-1 NHL-2

De entreehal is groots, zeker als werk van een architect die de menselijke maat als uitgangspunt heeft. Receptioniste Irma Westra heeft zo goed overzicht van wie er de school binnenkomt en verlaat: “Studenten en bezoekers lopen makkelijk op me af, dat is fijn”. Westra waardeert het vele licht en het materiaalgebruik van het nieuwe gebouw: “Het deel ontworpen door Bonnema heb ik nooit mooi gevonden, met die grijze muren”. Wel geeft ze aan het kronkelende beekje, dat hier ooit door de groene omgeving liep, te missen; nu kijkt ze uit over een kaal plein. Bij de receptie komt toch ook een onvolkomenheid aan het licht: “We zitten hier op de tocht”, aldus Westra. Met extra kachels en glazen schermen tussen de draaideur en de receptie is geprobeerd dit te verhelpen.

“Doordat de school veel verschillende ontmoetingsplekken heeft, is het echt een verblijfsgebouw geworden.”

Om ontmoeting tussen studenten, docenten en medewerkers te faciliteren, is het onderwijs niet geclusterd in faculteiten die elk een eigen vleugel in het gebouw hebben:“Het is alsof alle opleidingen in de hoge hoed zijn gegaan, er even flink is geschud, en ze zijn uitgestrooid over het gebouw”, legt Mathijs Rutten, hoofd Facilitaire Zaken, uit. Ook de studielandschappen (grote, open ruimtes met bureaus en computers) zij verspreid door het gebouw. Net als de kamers waar kleine groepen studenten samen kunnen werken. Verder vind je hier een kantine, een café en een mediatheek. Rutten stelt: : Doordat de school veel verschillende ontmoetingsplekken heeft, is het echt een verblijfsgebouw geworden. Ook na de lessen, en zelfs in de vakanties, zijn er studenten aan het werk”.

NHL-3

‘Alles is van iedereen’

Er zitten echter ook nadelen aan de versnipperde opzet, aldus Rutten: “Alles is van iedereen, er is weinig tot geen sprake van eigenaarschap. Mensen nemen daardoor minder verantwoordelijkheid voor hun directe omgeving. Dat zie je bijvoorbeeld aan de manier waarop ze met spullen omgaan, en hoe ze de lokalen achterlaten”. Dat de opleidingen verspreid zijn over het gehele gebouw doet iets met de herkenbaarheid, weet Rutten. Dat vindt ook Afra Rijkhoff, een eerstejaarsstudent die de opleiding tot docent theater volgt: “Ik ken mijn eigen afdeling inmiddels goed, maar voor de rest vind ik het gebouw vrij onnavolgbaar. Het is echt enorm, ik vind het een waar doolhof”. In sommige gangen vindt je een vitrinekast met oude schoolboeken of medische instrumenten die verraden dat je bij de PABO of bij  verpleegkunde bent. Daar houdt het dan ook wel mee op.

“Alles is van iedereen, er is weinig tot geen sprake van eigenaarschap. Mensen nemen daardoor minder verantwoordelijkheid voor hun directe omgeving.”

Vierdejaarsstudent verpleegkunde Sander Prins werkt op zijn laptop aan zijn scriptie. Hij maakt gebruik van een van de zogeheten studielandschappen: “Ik kan me hier goed concentreren. Het is een fijne ruimte, erg open en licht. Wat mij betreft zouden er daar wel meer van mogen zijn”. In vergelijkingen met het nieuwe gebouw vindt hij het oude ‘beklemmend’. Toch heeft Hertzberger ook in het oude gedeelte van het gebouw de nodige aanpassingen gedaan. Twee ruime gangen doorkruisen het gangenstelsel; er is meer kleur; en, er zijn vides en verschillende doorkijken gecreëerd die voor meer daglicht en een betere oriëntatie moeten zorgen.

NHL-4

Voor de medewerkers, die vanuit een klassiek ‘cellenkantoor’ naar het nieuwe gebouw kwamen, is dit gedeelte misschien nog wel meer wennen: “Na de opening zag je student al direct in alle hoeken van het gebouw, terwijl de medewerkers meer moeite hadden om hun weg te vinden”, vertelt Rutten. Van het zogeheten ‘werkplekdelen’ is dan ook nog niet veel gekomen: “Ook omdat de medewerkers wel binnen hun eigen afdeling zitten”.

Omdat het op bepaalde afdelingen soms erg druk is, onderzoekt de school hoe de beperkte ruimte efficiënter kan worden gebruikt: “Maar we willen geen vierkante meters toevoegen”, zegt Rutten. “Vanaf 2020 gaat de krimp in deze regio intreden. Daar zijn wij nu al op voorbereid”.