Leefbaarheidslat

WoW! Een tijdelijk hostel in Amsterdam

Architect Jurrian Knijtijzer discussieert elke maand over een gebouw. Hoe leefbaar is het? Vol enthousiasme neemt hij deze keer projectmanager sport & leisure Berry ten Pas mee naar WoW in Amsterdam. Jurrian schept hoge verwachtingen, maar Berry blijkt niet zo makkelijk te overtuigen.

WOW_1

Jurrian: “WoW is een tijdelijk hostel in Amsterdam. De voormalige hts huist ook jonge kunstenaars. Er is een restaurant, een evenementenruimte en er komt stadslandbouw. Ik vind dit zo’n goed gebouw vanwege het aanpassingsvermogen. Het is een oud pand dat gebruikt is als asielzoekerscentrum en daarna jarenlang leegstond. Niemand wist zich er raad mee. Nu is het uit het slop getrokken.”

Berry: “Toen ik binnenkwam was ik teleurgesteld over de levendigheid. Er stond iemand achter een balie, maar er gebeurde verder niet veel. Als je hier geen doel hebt, hoef je hier ook niet te komen, zeker als het restaurant dicht is. Er is geen bar, je kunt er niet eens een kop koffie krijgen.”

Jurrian: “Dat klopt. Met mooi weer leeft het hier wat meer. Maar wat vind je van de renovatie die ze hebben gedaan? Voor een klein budget hebben ze dubbel glas geplaatst en er is stadsverwarming gekomen. Goed dat ze subsidie hebben gekregen daarvoor.”

Berry: “Wat ik wel mooi vind, is dat ze hebben gekozen voor veel natuurlijk licht. Ze hebben een aantal kamers opgeofferd om licht in de algemene ruimtes te krijgen.”

Het trappenhuis is helemáál licht, dat is een fantastische ruimte.

Jurrian: “Dat helpt om een gesloten gebouw als dit wat opener te maken. Het trappenhuis is helemáál licht, dat is een fantastische ruimte. Het is een enorm gebouw, maar het staat in Nieuw-West en hier zijn wel meer enorme gebouwen dus in die zin past het wel in de omgeving.”

Berry: “Het staat er zelfs al langer dan een deel van de omgeving. Maar wat ik mis, is de aantrekkingskracht. Als je aan komt lopen, denk je nog: hier gebeurt wat. Maar als je binnenkomt, slaat dat helemaal om. En voor een hostel is dit natuurlijk niet de meest logische buurt. Als ik me verplaats in een toerist…”

Jurrian: “Maar het is wel goed voor deze buurt dát er een hostel zit en dat er nieuwe doelgroepen komen.”

Berry: “Oké, maar ik heb nog niet het idee dat er hier in de buurt aansluiting op wordt gezocht. Het zou leuk zijn als een lokale ondernemer hier tegenover een koffiebarretje zou beginnen, met de gedachte ‘ik probeer die twee- of driehonderd hostelgasten naar mij toe te krijgen. Die ruimte is er wel.”

Jurrian: “Die ruimte is er fysiek, maar ook in de programmering. Dat is het leuke aan dit project: het is een proeftuin. Er kan van alles gebeuren. Bijvoorbeeld: de daken worden verduurzaamd. Ze gaan dat samen met andere partijen doen, zoals bedrijven die zonnepanelen gaan testen.”

Berry: “Dat is vanuit de stenen geredeneerd, wat kunnen we met het gebouw? Maar als je denkt vanuit de gebruiker, de hostelgast, wat heeft die dan aan zo’n dak?”

Maar als je denkt vanuit de gebruiker, de hostelgast, wat heeft die dan aan zo’n dak?

Jurrian: “Er komt een wandelpad over het dak. En allerlei kleine innovaties, zoals moestuintjes, maar ook innovatieve bedrijfjes die iets met waterbuffering doen. Dat wordt een soort tentoonstelling.”

Berry: “Ik zou het ook wel leuk vinden als kinderen uit de buurt hier een moestuintje kunnen krijgen.”

Jurrian: “Dat is het idee voor de binnentuin. Daar komt stadslandbouw waar de buurt bij wordt betrokken. Maar er zit een grote tegenstelling in dit project. Het gebouw zelf is namelijk best wel een monster: groot, met veel steen en glas…”

Berry: “Architectonisch gezien zou je het liever slopen.”

Jurrian: “Als architect vind ik het een mooi gebouw, maar ik kan me voorstellen dat veel mensen dat niet vinden. Het heeft een strengheid die ik absoluut kan waarderen. Maar het interessante van dit project zit juist in het zachte deel, in de leefbaarheid. Daarom is het jammer dat de ervaring daar nog niet bij aansluit. Ik wil de organisatie aanmoedigen die kant nóg meer te ontwikkelen. Ze hebben vijftien jaar de tijd om de proeftuin tot wasdom te laten komen. Er kan hier een ongelofelijk leuke plek ontstaan, de ingrediënten zijn er. Maar het is wel een dubbeltje op zijn kant. Als het niet goed komt met die zachte kant, dan…”

Berry: “Dan is het gewoon een hostel.”

Jurrian: “Ja. Maar je hebt ook nog de kunstenaars die hier een plek hebben gekregen. Die kunnen ook helpen om zo’n plek te máken.”

Berry: “Waar ik benieuwd naar ben: wat gaat het gebouw brengen aan die kunstenaars, behalve onderdak.”

Jurrian: “De expositieruimte in het trappenhuis bijvoorbeeld.”

Berry: “Wat je wilt, is dat de stenen de mensen hier iets bieden dat vérder gaat dan onderdak. Het zou mooi zijn als het gebouw hen verder kan brengen in hun kunstenaar-zijn. Net zoals dat de buurt dit gebouw wat kan brengen.”

Jurrian: “Ja, dat zou de vervolgstap zijn. De hardware is er.”

Berry: “En de drijvende kracht erachter is er ook. Je merkt de bevlogenheid van de initiatiefnemers, die een band hebben met de voormalige hts. Ze hebben hier allemaal gestudeerd. Dat proef je wel, die liefde voor het gebouw. Belangrijk is dat die liefde wel moet gaan zorgen dat de zachte kant gaat overheersen.”

Jurrian: “Het is eigenlijk een experiment in ontwikkeling.”

Berry: “Ja, dat proef je in alles. Je weet niet wat er gaat gebeuren, maar je ziet wel wat er kán gaan gebeuren. Zowel het gebouw als de organisatie erachter is er klaar voor.”

Jurrian: “Precies. Neem de ruimte die uitkijkt op de binnentuin. Daar worden muziekevenementen, filmavonden en exposities georganiseerd. Het is een open plek die bewust is gecreëerd om zulke mogelijkheden te laten ontstaan. Dat vind ik wel een statement, om zo’n grote ruimte ongeprogrammeerd te laten. Dat gebeurt in mooie nieuwe kantoorgebouwen niet eens.”

Berry: “Welk cijfer geef jij het gebouw?”

Jurrian: “Een 7, vanwege de aanpasbaarheid, de ecologie en de belofte.

Berry: “Ik snap dat je de ambities en bedoelingen wilt belonen, maar van mij krijgt het vooralsnog een 6. Laten we kijken hoe het hier over een jaar is. Ik gun ze die 7 van harte.”