Als het beton droog isKantoren

Gemeentehuis Sint Michielsgestel is herkenbaar, maar niet saai

Nieuwe gebouwen worden vaak met de mooiste beloftes opgeleverd. Wat is er van die ambities geworden? Journalist Dewi Gigengack neemt een kijkje en praat met de gebruikers.

Aflevering #6: Gemeentehuis Sint Michielsgestel

SintMichiel-1

Wie op het gemeentehuis van Sint Michielsgestel afloopt, ervaart een gevoel van herkenning. De organische en asymmetrische vormen, de oranje- en groentinten, het grote glazen atrium: dit is de typische bouwstijl van architectenbureau Alberts & Van Huut, dat ook het Gasuniegebouw in Groningen en het ING-hoofdkantoor in Amsterdam-Zuidoost ontwierp. Is dat niet saai? Nee, vinden ze hier. “Het is mooi en laat je welkom voelen”, zeggen diverse ambtenaren. “En het past in de omgeving.”

SintMichiel-2

De rivier de Dommel meandert hier straks weer.

Dat laatste valt niet te ontkennen. De bomen rondom het gemeentehuis hebben prachtige herfstkleuren. Binnen zet het groen zich voort in de vorm van een rij bomen in het atrium. “De relatie tussen het gebouw en zijn omgeving was een belangrijk uitgangspunt van architect Max van Huut”, vertelt coördinator ruimtelijke ontwikkeling Willem van den Heuvel. Dat zien we ook als we vanaf de loopbrug op de derde verdieping uitkijken over de groene daken, die naadloos overgaan in de grasvelden achter het gebouw.

Aan de achterkant wordt volop gegraven en gewerkt: de rivier de Dommel meandert hier straks weer en een nieuw te bouwen brug voor voetgangers en fietsers gaat het terrein verbinden met het centrum. “Ook dit was een wens van de architect”, weet Van den Heuvel, die als projectleider nauw was betrokken bij de nieuwbouw.

Duur

Het ontwerp verraadt dat het gebouw van voor de kredietcrisis dateert. Het pand is groot en kostte 14,5 miljoen euro. Van den Heuvel: “In 2007 kon dat, nu hadden we dat niet meer te besteden gehad.” Ook in onderhoud is het duur, zegt gebouwbeheerder Edwin Willemsen. “Alleen al aan glazenwassers zijn we 18.000 euro per jaar kwijt, en dan hebben we er al op bezuinigd.”

Dé kinderziekte van het gemeentehuis in Sint Michielsgestel was het klimaat: “Nu is het altijd 21 graden en hoor je er niemand meer over.”

Dé kinderziekte van het gemeentehuis was volgens Willemsen het klimaat. In het begin bestonden de afdelingen uit verschillende ‘klimaatzones’ waarin mensen zelf de temperatuur konden regelen. “Hierdoor ontstonden veel ongewenste tochtstromen en kregen we veel warmte- en koudeklachten. Het heeft meer dan twee jaar geduurd voordat we de oplossing hadden. Nu is het altijd 21 graden en hoor je er niemand meer over.”

Druppende sinaasappels en gemorste koffie

De gebouwbeheerder worstelt met de keuze tussen wat mensen prettig vinden en wat qua onderhoud praktischer, slimmer of goedkoper is. “Mensen mogen de ramen niet open zetten. Ze beseffen niet dat de lucht die via de ventilatoren binnenkomt, gefilterd is en veel schoner dan de ‘frisse’ buitenlucht. Bovendien ontregel je de klimaatinstallatie als je lucht van buiten naar binnen laat via de ramen.” Of neem de clean desk policy en de regel dat er niet wordt gegeten achter de bureaus. Willemsen: “De vloerbedekking zit onder de vlekken van druppende sinaasappels en gemorste koffie.”

“De architect wilde per se lichtblauwe vloerbedekking. Gevolg: Je ziet elk stofje en vlekje. Ik stoor me daar aan.”

Bij de bouw was bovendien spanning tussen ideeën van de architect en praktische of financiële overwegingen van de gemeente, vult Van den Heuvel aan. “De architect wilde per se lichtblauwe vloerbedekking. Maar je ziet elk stofje en vlekje. Ik stoor me daar aan, dat zou ik thuis ook doen. Nu denk ik: we hadden voor gemêleerde vloerbedekking moeten gaan.”

SintMichiel-3

Ook wilde de architect bamboe gebruiken in plaats van hout, zegt Van den Heuvel. “Dat was qua brandveiligheid niet te doen.” Een ander ‘strijdpunt’ was duurzaamheid. “Van Huut wilde daar ver in gaan, hij wilde bijvoorbeeld leemstuc gebruiken en schapenwol als isolatiemateriaal. Wij zagen die niet-bewezen technieken niet zitten.”

Je eigen nest opgeven

Ondanks dat er officieel flexplekken zijn, zitten de meeste mensen altijd op dezelfde plek. Dat zijn grote, open ruimtes in plaats van de aparte kamers van voorheen. Willemsen: “Ik zag die open ruimtes met flexplekken eerst totaal niet zitten. Je geeft een deel van de vertrouwdheid van je omgeving op, zoals je foto’s die een plek eigen maken. Je creëert toch een nest waar je altijd bent te vinden.” Tot zijn verbazing mist Willemsen zijn oude kamer totaal niet. “Ik heb nu veel meer plezier in mijn werk. Ik ben meer betrokken bij wat er speelt op de afdeling. Je praat met elkaar, maakt grappen en we voetballen zelfs wel eens op de afdeling.”

SintMichiel-5 SintMichiel-4

 “Door de flexwerkplekken ben ik veel meer betrokken bij wat er speelt. We praten meer, maken grappen, soms voetballen we zelfs op de afdeling.”

De ambtenaren van fusiegemeente Sint Michielsgestel zien opnieuw een fusie tegemoet: een ambtelijke fusie met de gemeente Boxtel. Het gevolg is dat het gebouw te groot wordt. “We willen een vleugel gaan verhuren en zijn op zoek naar een geschikte partij”, vertelt Van den Heuvel. “Het is vooral geschikt als kantoorruimte. Misschien dat het gemeenschapshuis erin gaat. Alleen voor grotere bijeenkomsten, zoals carnaval of een toneelavond, kunnen we niet genoeg vierkante meters aan elkaar koppelen.”

Gepaste trots

Voor facilitair manager Mari Steenbakkers is het gemeentehuis ‘een fantastisch gebouw om te werken’. “Het verveelt niet, het straalt warmte uit en het heeft een goede sfeer. Maar dat komt ook door de mensen. Wij Brabanders zijn van nature gastvrij, en dat merk je.”

In de eerste jaren na de opening nam Steenbakkers zijn familie en vrienden regelmatig mee naar zijn werkplek. “Als kennissen van ver op bezoek waren, fietsen we altijd even langs het gemeentehuis. Dat liet ik dan met gepaste trots zien.”