Omgeving

Zit je veel binnen? Zo profiteer je het meest van gezond daglicht

Daglicht is essentieel voor onze gezondheid en ons geluk. Hoe kunnen we, ondanks dat we zoveel tijd binnen doorbrengen, toch profiteren van de positieve effecten van natuurlijk licht? De Zweedse architect en psycholoog Karl Ryberg schreef er een boek over: Licht.

In de jaren ’60, toen Ryberg architectuur studeerde, was zijn vakgebied volledig gericht op kunstlicht. Er werd niet bij stilgestaan welke invloed licht kon hebben op onze emoties en biologie. In Zweden werden zelfs scholen gebouwd zonder ramen – kunstlicht zou de concentratie bevorderen, zo schrijft Ryberg. Nog jarenlang stond Zweden ergens onderaan de Europese onderwijsladder en de architect is ervan overtuigd dat dit mede is veroorzaakt door een gebrek aan licht. 

Ryberg raakte gefascineerd door licht in zijn thuisland, waar de hoeveelheid daglicht in de zomer en de winter extreem verschilt en winterdepressies veel voorkomen. Als architect werkte hij jaren in Australië en Nieuw-Zeeland, waar een overdaad aan licht een ‘enorme’ uitwerking had op mensen. Om meer over het effect van licht te leren, ging hij geneeskunde en psychologie studeren. Eenmaal terug in Zweden begon hij een praktijk in lichttherapie. 

Waarom is daglicht zo belangrijk?

Elke cel in ons lichaam heeft een eigen klokmechanisme dat wordt aangestuurd door het daglichtritme (ofwel ‘circadiaan’ ritme, Latijn voor ‘circa één dag’.) Licht heeft dus directe invloed op onze lichaamsfuncties en energie. Een gebrek aan daglicht beïnvloedt de hormoonproductie en daarmee ons geluksgevoel. Ook hangt een tekort samen met slaapproblemen, depressie, overgewicht en een hoge bloeddruk. 

Zonlicht bevat alle gradaties van zichtbaar licht evenals infrarood en ultraviolet licht. Ons lichaam functioneert niet zonder fullspectrum daglicht. Daglicht verhoogt de productiviteit en zorgt ervoor dat we beter slapen. Ryberg haalt een studie aan waaruit blijkt dat leerlingen in Californië 20 procent beter presteerden bij natuurlijk daglicht. Uit onderzoek van de Northwestern University in Chicago bleek dat werknemers met ramen op de werkplek werden blootgesteld aan 173 procent meer daglicht en ’s nachts gemiddeld 46 minuten langer sliepen dan werknemers in kantoren zonder ramen. Die laatste groep had meer lichamelijke problemen en scoorde lager op vitaliteit.

Lichtdoorlatend beton zoals dit van Zospeum kan een oplossing bieden voor kantoren

‘Ga naar buiten’

Omdat de moderne mens 90 procent van zijn tijd binnen zit, moeten we proberen om toch zo veel mogelijk daglicht te zien. Ga zo veel mogelijk naar buiten, adviseert Ryberg. Laat daarnaast zo veel mogelijk daglicht toe in gebouwen met grote ramen met de juiste filters om de kleurwaarneming niet te verstoren. Veel kantoorramen hebben namelijk een coating die infraroodwarmte tegenhoudt, maar daarmee ook zorgt dat de kleuren binnen somber en vaal lijken. Denk ook aan dakramen en lichtkoepels. 

Schaduwen zijn ook belangrijk, benadrukt Ryberg: ‘Het samenspel van schaduwen en licht heeft iets betoverends, en de reflectie van de met licht bespikkelde bladeren van een boom in je woonkamer, bijvoorbeeld, zal de natuur echt binnenlaten.’

Welk kunstlicht is het best?

Daglicht is belangrijk om kleurwaarneming niet te verstoren

Omdat we er niet aan ontkomen dat we grote delen van de dag binnen zitten, moeten we de juiste verlichting te kiezen, stelt Ryberg. Over fullspectrumverlichting (kunstlicht dat natuurlijk daglicht nabootst) is de architect erg enthousiast, al waarschuwt hij wel dat het belangrijk is om naar de ‘kleurtemperatuur’ van het licht te kijken. Veel licht zorgt er namelijk voor dat je kleuren niet correct meer kunt zien – denk aan de oranje gloed van een straatlantaarn die je groene jas grijsbruin doet lijken. 

Het is belangrijk dat kleuren zo correct mogelijk worden weergegeven aan de hersenen. Daarvoor moet je kijken naar de kleurweergave-index (colour rendering index, CRI) van een lamp. Halogeenlampen zijn volgens Ryberg het beste voor de hersenen en de gezondheid, want deze geven ‘de beste imitatie van zonlicht’, namelijk 100 CRI. Tl-lampen (70 à 80 CRI) zijn juist niet goed voor de weergave van kleuren en vermoeiend voor de hersenen. Ledlampen zitten daar tussenin met 90 CRI: ze vervormen kleuren minimaal en zijn nog net ‘gezond’. 

‘Geluksgevoel door fel licht’

Wat betreft lichtsterkte wordt voor op kantoor standaard vaak 500 lux aanbevolen. Volgens Ryberg moet dit echter veel meer zijn. In de natuur varieert zonlicht van 32.000 tot 100.000 lux. Zulk fel licht komt volgens Ryberg overeen met onze ‘biologische wortels rond de evenaar’ en geeft ons brein een oppepper met een direct geluksgevoel als gevolg. 

Hou bij de lichtsterkte wel rekening met de persoon, benadrukt Ryberg. Hoe ouder we zijn, hoe sterker het licht moet zijn; een zestigjarige heeft drie keer zoveel licht nodig als een twintigjarige om hetzelfde werk te doen. Ook wordt de kleurwaarneming ‘valer’ naarmate we ouder worden. Voor ouderen springt de kleur geel er echt uit, terwijl blauw juist dof lijkt. Wil je in omgevingen voor ouderen ergens met kleur de aandacht op vestigen, kies dan dus voor geel. 

Heeft het type kunstlicht dat we gebruiken invloed op onze prestaties en ons welbevinden? Ja, zegt Ryberg. Hij haalt een studie aan van het Korean Institute for Advanced Technology, waarin de prestaties van twee wiskundeklassen werden vergeleken. De ene klas gebruikte ‘conventionele’ tl-verlichting, en de andere kreeg ledverlichting. De resultaten lieten niet alleen een verbetering zien in de cijfers van de ‘led’-leerlingen, maar ook in hun gevoel van welzijn. 

Ook al hebben we binnen nog zulk goed licht, dat is nog geen excuus om meer binnen te zitten. De technologie van verlichtingssystemen is nog niet geavanceerd genoeg om alle schakeringen van daglicht in te bouwen, stelt Ryberg. We zullen dus nog altijd zo veel mogelijk naar buiten moeten, benadrukt de architect, om de biologische voordelen van natuurlijk daglicht maximaal te benutten.

Oogyoga

Kunstverlichting en blauw licht van beeldschermen zijn niet optimaal voor onze ogen. Het is daarom belangrijk om onze ogen te blijven trainen, zegt Ryberg. Daarvoor adviseert hij om ‘oogyoga’ te doen, onder meer voor een betere doorbloeding, om bijziendheid te voorkomen en zelfs om het zicht verbeteren. Oogyoga omhelst een aantal oefeningen om de oogspieren op te rekken: kijk, zonder je hoofd te bewegen, een tijd lang zo ver mogelijk naar boven, beneden, links, rechts en naar alle hoeken van je gezichtsveld totdat je oogspieren minder gespannen aanvoelen. Maak vervolgens cirkelbewegingen met je ogen. Tenslotte focus je op iets dat ver weg is (de maan of de wolken bijvoorbeeld) en daarna op je vingertop die je steeds dichterbij houdt; wissel af tussen dichtbij en ver weg scherpstellen.