Interview

Negen leefbare vragen aan Marjan Minnesma

Hoe kijken duurzame koplopers uit het bedrijfsleven en de wetenschap aan tegen leefbaar wonen en werken? En waar halen zij hun inspiratie vandaan? Journalist Max Christern stelt ze negen vragen rondom leefbaarheid. In deze aflevering: Marjan Minnesma.

Marjan Minnesma is directeur van Urgenda, de actieorganisatie voor duurzaamheid en innovatie, en stond drie jaar lang nummer 1 in de Duurzame 100 van dagblad Trouw. In 2015 daagde ze de overheid voor de rechter voor haar falende klimaatbeleid.

Marjan Minnesma

Welke plek uit je jeugd herinner je als je favoriete plaats om te zijn?
“Ik kwam het liefst bij mijn oma en genoot daar altijd van het uitzicht over het Guisveld. Mijn grootouders woonden aan het veenweidegebied in de Zaanstreek. Vroeger was een groot deel van dat land van mijn opa, die er boer was. Maar begin jaren ’70 werd het onteigend en moesten ze verhuizen naar een plek aan de andere kant van het spoor. Mijn opa overleed vrij snel na die verhuizing, maar mijn oma is er altijd blijven wonen. Ik vond het heerlijk om daar op mijn rug in de tuin te liggen, turend naar de appelbomen. Het is de reden dat ik nu met mijn gezin al jaren in de Beemster woon, heerlijk buiten in het groen.”

“Ik vond het heerlijk om bij mijn opa en oma op mijn rug in de tuin te liggen, turend naar de appelbomen.”

Wat was het eerste kantoor waar je werkte en wat herinner je van die plek?
“Ik heb stage gelopen bij Shell, voor mijn studie bedrijfskunde. In die maanden heb ik echt mijn ogen verknald: ik zat achter een computer met zo’n groen scherm, voor een raam waar veel zonlicht doorheen kwam. Dat was funest voor je ogen. Mijn eerste baan was bij Novem, de Nederlandse onderneming voor energie en milieu, nu RVO en onderdeel van de overheid. We zaten in een kantoor boven LaVie, een mooi winkelcentrum in het centrum van Utrecht. Dat kantoor was niet veel bijzonders, maar de plek wel: lekker in de pauze even De Bijenkorf in voor iets lekkers of nieuwe panties.”

In welke mate geloof je dat een gebouw of kantoor van invloed kan zijn op de mensen die er werken?
“Mensen moeten elkaar tegenkomen in een gebouw. Er moet veel licht zijn en een fijne sfeer hangen. Dat speelt allemaal een rol en stimuleert het humeur van je collega’s, het zorgt voor betere interactie en daarmee voor innovatievere geesten op de werkvloer. Ik ben geen fan van de kantoortuinen waar alles open is. Ik wil ook rustig kunnen bellen. Nu zie je vaak dat mensen op de gang of op de trap gaan zitten bellen, omdat er nergens anders kamers zijn of plekken met een beetje privacy. Ik ervaar dat als een gemis in veel kantoren, ook in ons kantoor van Urgenda in Amsterdam-Noord trouwens.”

“Mensen moeten elkaar tegenkomen in een gebouw. Er moet veel licht zijn en een fijne sfeer hangen.”

Waar moet voor jou een inspirerende werkplek minimaal aan voldoen?
“Lekkere koffie! En ik wil graag uitzicht op groen, op weilanden. Een werkplek moet voor mij altijd uitzicht hebben, anders is het niet inspirerend. Nu heb ik vanuit mijn kamer bij Urgenda aan de ene kant uitzicht op wat ik wel wil, windmolens. En aan de andere kant, zie ik wat ik niet wil: de kolencentrale Hemweg. Dat vind ik wel een leuke mix eigenlijk. En mooi uitzicht over het IJ.”

Wat is voor jou een plek waar je het best kan werken?
“Voor mij is dat ’s nachts thuis. Als het donker is en iedereen ligt te slapen, kan ik lekker doorwerken. Ik ben doordeweeks druk en veel op pad. Als ik thuis ben en de kinderen liggen te slapen, ga ik nog even werken. Dan kan ik dingen afmaken die overdag zijn blijven liggen en zit ik lekker tussen mijn eigen spullen. Dat vind ik fijn. Ik werk eigenlijk elke avond wel door.”

Als je nu een nieuwe draai aan je werkomgeving zou mogen geven, wat is dan het eerste dat je doet?
“Voor mijn collega’s zou ik graag een paar kleine kamers erbij hebben waarin ze kunnen bellen of overleggen met elkaar als ze wat privacy zoeken. Dat vind ik echt een onderschatte factor in al die nieuwe-werken-concepten: je zit altijd in een open, transparante ruimte, je kunt je moeilijk even afzonderen als je dat wilt. Zelf heb ik de luxe van een eigen kamer en daar heb ik alles wat ik van belang vind: planten, foto’s, uitzicht en rust om te bellen of bezoek te ontvangen. Ik zit gemiddeld denk ik maar anderhalve dag per week in die kamer, dus collega’s zitten daar de andere dagen.”

“Een paar kleine kamers die privacy bieden vind ik echt een onderschatte factor in al die nieuwe-werken-concepten.”

Wat zijn buiten je eigen werk en kantoor voor jou gebouwen of leefomgevingen die je inspireren?
“Het nieuwe kantoor van Alliander. in Duiven bij Amsterdam, vind ik heel bijzonder. De opdracht aan de bouwers was: we willen een nieuw hoofdkantoor, zoveel mogelijk circulair en energie- en waterneutraal. Op oplossing was niet sloop- en nieuwbouw, maar een nieuwe kap over de oude gebouwen heen. Er zijn veel oude elementen gebruikt en er is zo min mogelijk gesloopt. Als isolatiemateriaal werd medewerkers gevraagd oude kleren in te leveren, dat vind ik ook erg origineel. Het Unilever-gebouw in Rotterdam, aan de Maas, vond ik destijds toen het open ging, ook heel gaaf. Daar heeft elke afdeling zijn eigen sfeer en kleur. Als je dat vergelijkt met de meeste kantoren waar alle kamers dezelfde tafels en stoelen hebben, dan is dat afwijkende toch veel leuker?”

Wat is jouw kijk op de beste plek voor onderwijs of zorg?
“Het is al bekend dat mensen sneller beter worden in lichte en groene gebouwen. Ik kan me voorstellen dat je daar ook beter in leert. Een gezonde omgeving, met gezonde lucht. Voor beide sectoren geldt voor mij dat het ‘t mooiste is als je het werken kunt combineren met een maatschappelijke opdracht: welke oplossingen dragen bij aan beter onderwijs, aan betere zorg? In Eindhoven zie je wat dat betreft een inspirerend voorbeeld waar onder aanvoering van hoogleraar werktuigbouw Maarten Steinbuch de omgeving van de universiteit gekoppeld is aan ondernemerschap. Ook bij de TU in Delft zijn daar voorbeelden van te zien. Maar verder heb ik nog niet heel veel indrukwekkende gebouwen gezien in de onderwijs- en zorgwereld als het om duurzaamheid gaat. Weinig gebouwen die energieneutraal zijn ook. Misschien mis ik iets, dan hoor ik het graag.”

“Ik heb nog niet veel indrukwekkende gebouwen gezien in de onderwijs- en zorgwereld als het om duurzaamheid gaat.”

Wie (of wat) is jouw inspiratiebron op het vlak van duurzaamheid?
“Mijn inspiratie wordt gevormd door de problemen die ik op ons af zie komen en de urgentie die ik voel om die problemen op te lossen. Dat is mijn drijfveer om zo hard te lopen. Ik heb niet iemand of iets die me op dat spoor hebben gezet. Het komt puur uit mezelf.”