Elk jaar daagt museum MoMA PS1 jonge architecten uit om een gebouw of installatie te ontwerpen dat tijdelijk op het grote driehoekige entreeplein van het museum staat. Vooral architecten die experimenteren met nieuwe materialen en technieken komen in aanmerking voor deze uitdaging. Het is de bedoeling dat de installatie een schaduwrijke plek biedt met water en zitplekken voor bezoekers van de zomerse concerten die het museum organiseert.

Museum als opvangcentrum

In 2012 raasde orkaan Sandy over New York. Een deel van de stad kwam blank te staan en de storm richtte veel schade aan. In Queens werden meer dan tachtig huizen verwoest door brand na een kortsluiting. MoMA PS1 heeft toen kortstondig dienst gedaan als opvangcentrum voor buurtbewoners die vanwege de orkaan tijdelijk dakloos waren geworden.

Kunst speciaal voor dit gebouw

MoMA PS1 huist in de voormalige Public School nr. 1 in Long Island City in het stadsdeel Queens. De wijk Long Island City is een voormalig industriegebied. Het is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw veranderd in een woonwijk met veel sociale woningbouw, maar waar ook de rijkere New Yorkers gingen wonen. Voormalige fabrieken en bakkerijen zijn nu tv-studio’s en scholen. Het gebouw van MoMA PS1 is meerdere keren aangepast om als museum te kunnen dienen, maar door het schoolgebouw te behouden krijgt het museum een link met de geschiedenis en met de wijk.

Het museum is in 1971 ontstaan uit een organisatie die exposities organiseerde op ongebruikte en verlaten plekken in New York. In de vaste stek bleef het uitgangspunt dat een kunstenaar de ruimtes transformeerde om tijdelijke en permanente locatiespecifieke kunst te maken. Zo maakte kunstenaar William Kentridge de schildering Stair Procession in een van de trappenhuizen van het gebouw. De afgebeelde figuren doen denken aan de tijd dat het museum nog een school was.

Openbare huiskamer

Elke zomer ziet het binnenplein van MoMA PS1 er anders uit. De installaties van het Young Architects Program zijn als tijdelijke schetsen op het lege canvas van het plein. Het zijn studies naar materiaal, constructie en de interactie met de gebruiker. Tijdelijkheid is dus een van de hoofdeigenschappen van het programma. Binnen de verschillende projecten wordt er vaak rekening gehouden met een tweede leven van het gebruikte materiaal. Bijvoorbeeld bij de ‘openbare huiskamer’ Holding Pattern van architectenbureau Interboro Partners uit 2011, dat bestond uit een ‘dak’ van touw met daaronder voorwerpen als bankjes, tafels, bomen, schaakspellen, pingpongtafels en een klimmuur. Alle objecten werden na afloop gedoneerd aan lokale organisaties als een daklozenopvang, de bibliotheek, een dagopvang voor ouderen en een school.

Verkoeling in zomerhitte

Het paviljoen dat in de zomer van 2009 op de binnenplaats van MoMA PS1 stond, maakte gebruik van passieve ventilatie om een aangenaam klimaat te creëren tijdens de New Yorkse zomerhitte. De constructie was simpel en bestond uit meerdere tenten met een open dak. Deze ‘schoorstenen’ creëerden schaduw en leidden de warme lucht van de betonnen binnenplaats omhoog, waardoor er een luchtstroom ontstond. De bezoekers zaten zo in een constant aangenaam briesje.

Levende stenen

Een van de belangrijkste eisen voor de tijdelijke zomerpaviljoens is dat het ontwerp duurzaam moet zijn. Zo stond er in de zomer van 2014 een volledig composteerbaar gebouw met ‘levende’ stenen, ontworpen door het architectenbureau The Living. De stenen zijn gemaakt van maïsstengels en zijn vanzelf gegroeid met behulp van mycelium (schimmeldraden van paddestoelen). Na afloop ging het materiaal naar lokale community gardens.

Interactieve speeltuin

De binnenplaats van het MoMA PS1 moet per definitie een fijne plek zijn om te verblijven. In de zomer worden er concerten georganiseerd en is het plein een ontmoetingsplaats die verkoeling en vertier biedt. De installatie Pole Dance van architectenbureau Idenburg Liu is daar een goed voorbeeld van. Deze speeltuin voor volwassenen reageert op wat mensen doen. De structuur bestaat uit palen, netten, grote plastic ballen en elastische koorden. Wie een paal beweegt, beweegt de hele structuur en creëert bovendien geluid. Elke paal klinkt anders zodat de bezoekers samen een orkest van beweging en geluid vormen.