‘Leefbaarheid zit in mensen’

“Noaberschap”, zo omschrijft Bert Beun de mores op ‘zijn’ school. Zichtbaar trots loopt de voorzitter van het College van Bestuur van het Deltion College in Zwolle door het campusgebouw. Beun ziet het ROC als een sociale gemeenschap met een mentaliteit die het oosten van Nederland kenmerkt. “Je voelt je hier welkom, iedereen hoort erbij en we staan voor elkaar klaar.”

LeefbaarheidMensen-1

Een eigen identiteit

De campus van het Deltion College bestaat uit elf gebouwen met elk hun eigen identiteit, die worden verbonden door een glazen hal. In dit atrium is het normaal een komen en gaan van leerlingen die koffie halen in het horecaleerbedrijf of onderweg zijn naar hun lessen. Nu, zo vlak voor de zomervakantie, mist Beun die gezelligheid wel.

Opvallend zijn de grote banners in de hal met daarop het ‘DNA’ van de school. ‘Studenten verdienen goed onderwijs, goed onderwijs verdient goed bestuur’, staat er. En er hangen posters van de Deltion Walk of Fame, met daarop leerlingen die iets bijzonders hebben gepresteerd. Zo zien we de winnaars van de Deltion kampioenschappen en een leerling die de hoofdrol in een professioneel toneelstuk heeft bemachtigd.

Leefbaarheid waarborgen

Deltion doet veel om de leefbaarheid op de school te waarborgen. “Is het schoon, werken de ict-voorzieningen, functioneert de klimaatregeling”, somt directeur facilitair bedrijf Erna Daling op. “Maar ook: bij wie kan ik terecht, worden mensen aangesproken op ongewenst gedrag, kan ik mijn tas laten staan.” Leefbaarheid zit volgens Daling deels in het gebouw zelf, maar vooral in de mensen. Zo heeft elk gebouw een eigen huismeester. Zo zien leerlingen een vertrouwd gezicht in plaats van elke keer iemand anders.

“Leefbaarheid in een school betekent vooral veiligheid en herkenbaarheid”, vindt Beun. “Als je hier binnenkomt, proef je al snel de sfeer. Die geeft rust en tegelijkertijd energie”, zegt de bestuurder. “Van een huis moet je een thuis maken, en dat geldt ook voor een school. Dat is ons hier goed gelukt.”

LeefbaarheidMensen-2

“Leefbaarheid in een school betekent vooral veiligheid en herkenbaarheid.”

Beun en Daling zijn zich zeer bewust van de positie van de school in de maatschappij. De buurt was sceptisch toen de campus hier vijf jaar geleden verrees. Beun: “We hebben daar veel met de wijk over gepraat.” Nu onderhouden leerlingen van het ict-leerbedrijf de computers en telefoons in het buurtcentrum en bij bewoners van de seniorenwoningen achter de school. Ook heeft Beun contact met de gemeente en de provincie over de bereikbaarheid van de school en de impact van de stromen studenten op het openbaar vervoer.

Deltion praat niet alleen met externe belanghebbenden; ook leerlingen, docenten en medewerkers komen aan bod. Zo heeft elk gebouw eens in de zes weken een ‘gebruikersoverleg’ waarbij leerlingen en docenten hun wensen kunnen doorgeven. Waar komen de zitjes, wat doen we met de rokers, moeten er nog prullenbakken bij? Daarnaast hebben alle 62 opleidingsteams jaarlijks drie panelgesprekken met leerlingen. Zijn ze tevreden over het onderwijs, de docenten, het rooster en het gebouw? “En we hebben onlangs een onderzoek met mystery guests gehouden”, vertelt Daling. “We wilden weten hoe gastvrij we zijn. De score was goed, maar we merkten wel een verschil in betrokkenheid tussen eigen en externe medewerkers.”

LeefbaarheidMensen-3

Met draaijer+partners werkt Deltion samen om de huisvesting zo optimaal mogelijk te benutten. “Dat is een partnerschap”, volgens Beun. “Zij hebben expertise opgebouwd in het MBO en weten net als wij wat er de komende jaren op ons af komt. Ze denken mee in plaats van te wachten op een opdracht.”

De bestuurder is op nog een andere manier betrokken bij draaijer+partners: hij is lid van de Raad van Inspiratie van het adviesbureau. Deze club van ‘kritische vrienden’, zegt Beun, kijkt vanuit verschillende disciplines naar de plannen en ambities van draaijer. “Ik vind het uniek dat ze dit doen en ons in een vroeg stadium vragen om te reflecteren op hun ideeën. Het vergt durf om je zo kwetsbaar op te stellen. In die koers van openheid kan ik me helemaal vinden.”