Klein maar fijn: wonen in ’tiny houses’

Het is een groeiende trend, en niet één die alleen voor de hippies onder ons is weggelegd: wonen in een ‘tiny house‘. De zogenaamde ‘Tiny House Movement’ groeit en dat houdt in dat steeds meer mensen er bewust voor kiezen om in een woning van minimaal formaat te gaan wonen.

Het zijn  niet alleen avonturiers of mensen met een onbedwingbare hang naar vrijheid die een micro-woning boven de luxe van het reguliere huis verkiezen, maar verschillende groepen die daar uiteenlopende redenen voor hebben. Soms heeft de keuze voor een tiny house een economische achtergrond of speelt duurzaamheid een rol, maar vaak zijn mensen zat van het verzamelen van bezit, en verkiezen ze voor de luchtigheid en overzichtelijkheid van een mini-huis. Door minder geld uit te geven aan wonen, blijft er ruimte over voor andere dingen.

Tiny-House-1

Opportunity Village

De opkomst van dergelijke ’tiny houses’ is volgens stedelijk planner Andrew Heben dan ook  meer dan een bevlieging of tijdelijke trend. Hij stelt dat deze woonvorm uitermate geschikt is voor het creëren van levendige gemeenschappen. Met zijn project ‘Opportunity Village‘ heeft hij in in Portland (VS) een gemeenschap weten op te zetten die volledig bestaat uit tiny houses. De woningen – die volledig zijn gebouw van gedoneerde bouwmaterialen – kosten circa $3.000 en worden voornamelijk bewoond door mensen met een laag inkomen.

Het streven van het project is enerzijds om deze mensen een eigen thuis te geven, en anderzijds om het project te realiseren en onderhouden door samenwerking en bestuur vanuit de bewoners. Onderdeel hiervan is het delen van de aanwezige faciliteiten, net als de gezamenlijke besluitvorming over alledaagse zaken in de woongemeenschap. Heben’s NGO houdt gedurende dit proces wel het overzicht, maar verder draait de gemeenschap op zelfbestuur en het idee van onderlinge samenwerking. Bij het ontwikkelen van dit model werd Heben geïnspireerd door de Occupy Movement.