KantorenOmgeving

Een met de natuur: biofilische gebouwen

Omdat we de meeste tijd binnen zitten willen we het misschien weleens vergeten, maar de mens komt uit de natuur en gedijt het beste in een natuurlijke omgeving. Biofilisch design is een ontwerpfilosofie met de natuur als uitgangspunt.

Miljoenen jaren lang heeft de mens over savannes gezworven, in bossen rondgelopen en in de buurt van water geleefd. Pas recent zijn we onszelf gaan ‘opsluiten’ in steden en gebouwen. Toch voelen we ons nog steeds het prettigst in de natuur of in een omgeving die aan de natuur doet denken. Sterker nog: we kunnen niet zonder. Biofilisch design wil ons opnieuw verbinden met de natuur.

‘Liefde voor de natuur’

De term biofilie komt van de Amerikaanse bioloog Edward Wilson en betekent ‘liefde voor de natuur’. Wilson benoemde in 1984 hiermee de innerlijke connectie van de mens met de natuur en het belang ervan voor het menselijk welbevinden. Maar niet alleen het welzijn verbetert in natuurlijke omgevingen, ook de productiviteit van werknemers. Ze kunnen zich beter concentreren, zijn minder snel gestrest en melden zich minder vaak ziek, zo blijkt uit het werk van de in 2016 overleden Yale-hoogleraar sociale ecologie Stephen Kellert. Kellert was een van de pioniers van biofilisch design en herinnerde zijn studenten er altijd aan dat de mens onderdeel is van de natuur en er niet los van staat.

Een hippe vorm van biofilisch design (© De Architect)

Biofilische principes

Architecten die volgens biofilische principes ontwerpen, gebruiken natuurlijke kleuren en materialen, zorgen voor veel daglicht, planten, frisse lucht en uitzicht op groen en water. Ook gebruiken ze organische vormen om de mens zoveel mogelijk het gevoel van de natuur te geven. Zelfs natuurgeluiden en de aanwezigheid van dieren kunnen onderdeel zijn van zo’n ontwerp.

Verbind binnen met buiten (©Terrapin Bright Green)

Het belang van de natuur lijkt in deze tijd misschien voor de hand liggend, maar dit is niet altijd zo geweest. Toen mensen in fabrieken en later in kantoren gingen werken, waren die ruimtes vaak donker en muf. Slechts een enkeling zag in dat werknemers daglicht en frisse lucht nodig hadden, waaronder de architecten die onder de naam ‘Het Nieuwe Bouwen’ gebouwen gingen voorzien van meer daglicht en frisse lucht.

Het gebouw als ecosysteem

Biofilische architectuur gaat een stuk verder dan dat. Gebouwen worden gezien als ecosystemen: alles hangt met elkaar samen en moet in balans zijn. Het is bijvoorbeeld belangrijk om geen toxische of irriterende materialen te gebruiken, zo weinig mogelijk grondstoffen te verspillen en zo duurzaam mogelijk te bouwen. Ook wordt rekening gehouden met fundamentele menselijke behoeften als beschutting, veiligheid en overzicht of uitzicht. In een gebouw dat volgens de biofilische principes is ontworpen, worden zo alle zintuigen betrokken bij een beleving die zo dicht mogelijk bij de natuur staat. Behalve voor kantoren leent biofilisch design zich ook goed voor ziekenhuizen, scholen en woonhuizen.

 

Meer inspiratie voor de kantooromgeving? Bekijk dan onze purple paper ‘Op weg naar groene, gezonde, slimme kantoren‘.