Onderwijs

De ideale mbo-leeromgeving voor nu en de toekomst

Nederland telt bijna een half miljoen mbo-studenten en zo’n 53.000 mensen die werken op een mbo-school. Functioneren en welbevinden wordt, meer dan je zou denken, beïnvloed door het gebouw waarin zij leren of werken.

Juist hier zou de omgeving energie moeten geven aan mensen: studenten willen zich ontwikkelen, concentreren en profileren. Zij willen elkaar ontmoeten of zichzelf juist even afzonderen. Voor docenten is de werkdruk hoog: zij moeten in strakke schema’s van lesgeven en vergaderen ook allerlei andere taken uitvoeren.

Er zijn talloze voorbeelden van verouderde, muffe schoolgebouwen die niet het beste halen uit hun leerlingen en personeel. De nieuwe draai kijkt juist naar mooie voorbeelden van scholen die iets extra’s bieden met hun leeromgeving. Om de positieve ontwikkelingen in het onderwijs te laten zien en om anderen te inspireren, verkiezen wij begin 2017 de meest ideale mbo-leeromgeving van Nederland.

Criteria: elementen voor energieopwekkende gebouwen

Gezond: Is het gebouw gemaakt van gezonde materialen? In hoeverre stimuleert het gebouw een gezonde leefstijl? Is er genoeg licht, frisse lucht en groen? Hoe zit het met de akoestiek en het aanbod van eten en drinken?

Sociaal: Bevordert het gebouw sociale interactie en ontmoeting? Is het gastvrij en inspirerend? Hoe verhoudt het zich tot studenten, medewerkers en de buurt?

Duurzaam: Is het gebouw energieneutraal of wekt het energie op? Kan de buurt meeprofiteren?

Circulair: Zijn de materialen en inrichting van het gebouw herbruikbaar? Hoe flexibel is het gebouw? Worden leveranciers van installaties en andere inbouwmaterialen afgerekend op technische prestaties of op meetbare resultaten?

Slim: Speelt het gebouw in op behoeften van gebruikers? Wordt er slimme technologie toegepast om de prestaties van het gebouw en de mensen te monitoren?

Aan de hand van bovenstaande criteria is een panel van zeven experts op zoek gegaan naar de meest inspirerende voorbeelden van een energieopwekkende mbo-leeromgeving. U kunt de komende tijd stemmen op uw favoriet. Ontbreekt er volgens u een energieopwekkend mbo-schoolgebouw? Laat het ons weten! Dit zijn de genomineerden:

Koning Willem I College (Den Bosch)

den-bosch

Dit ROC bevindt zich in een oude kazerne aan de rand van Den Bosch, op loopafstand van een NS-station. Het gebouw is eind jaren ’90 opgeknapt – dat is bijzonder, volgens het expertpanel. “Want in die jaren was de trend: bulldozer erover en nieuwbouw neerzetten. Nu is een stuk cultuur en geschiedenis van de stad in stand gehouden.” Doordat er in die tijd minder aandacht was voor duurzaamheid, scoort het gebouw op dat vlak minder hoog. Maar het feit dat er is hergebruikt in plaats van gesloopt, past juist wel in de huidige trend van de circulaire economie.

Het Koning Willem I College heeft de ambitie heeft om energieopwekkend te worden. De hele school wordt met LED verlicht en er komt CO2-gestuurde ventilatie om frisse lucht in de lokalen te garanderen. Er wordt daarnaast gewerkt met bedekte kleuren voor een rustige uitstraling en er komen cradle to cradle tapijten in de school die ook nog eens de lucht zuiveren. Bijzonder is dat de horeca-studenten de lunch voor docenten en studenten verzorgen.

Door zijn opzet heeft de school iets weg van een campus. De omgeving wordt als sfeervol en inspirerend ervaren. Een nadeel vindt het panel het pasjessysteem, dat het geheel minder gastvrij en toegankelijk maakt. Volgens de Keuzegids MBO 2016 is het Koning Willem I College de beste grote ROC van Nederland. “Een fantastische plek om je te ontwikkelen”, aldus het expertpanel.

ROC van Twente (Hengelo)

hengelo

Op loopafstand van het treinstation bevindt zich deze mbo-school in een oude ijzergieterij van machinefabriek Stork. Het ruim honderd jaar oude gebouw is ‘indrukwekkend’, ‘prikkelend’, ‘leuk om in rond te bewegen’ en ‘tijdloos op een goede manier’, aldus het expertpanel. Bijzonder is dat het klimaat – vaak een pijnpunt voor gebruikers – als prettig wordt ervaren; de natuurlijke ventilatie en het feit dat de ramen open kunnen, maken het gebruiksvriendelijk.

Het gebouw is vrij indeelbaar en daardoor erg flexibel. Ook wat betreft duurzaamheid scoort de school hoog: het maakt gebruik van betonkernactivering, een grijswatersysteem, en gebruikt restwarmte van de nabij gelegen fabrieken van AkzoNobel.

Clusius College (Alkmaar)

alkmaar

Deze kleinschalige agrarische school heeft het groen naar binnen gehaald. Een transparante ‘kas’ met veel planten vormt het hart van het gebouw. “Atria scoren vaak goed bij gebruikers”, stelt het expertpanel. “Het maakt een gebouw open, licht en overzichtelijk.” Natuurlijke ventilatie houdt het klimaat aangenaam.

Het Clusius College is deelnemer aan Eco-Schools: een internationaal keurmerk voor duurzame scholen. Dit betekent dat de school via een stappenplan werkt aan thema’s als energieverbruik, afvalmanagement, gezonde voeding en mobiliteit. Leerlingen, hun ouders en de omgeving worden actief betrokken bij dat proces. Het uiteindelijke doel is het behalen van het keurmerk: de Groene Vlag.

Da Vinci College (Dordrecht)

dordrecht

Op het Leerpark in Dordrecht kun je behalve naar school, ook wonen, werken, sporten en stage lopen. Verschillende organisaties werken volgens het expertpanel goed samen om een duurzame, innovatieve plek te creëren. Begrippen als ontmoeting, circulaire economie en staan er centraal. Er is een Duurzaamheidsfabriek gevestigd, waar bedrijven en studenten samenwerken aan duurzame technologie.

Het Da Vinci College zelf valt op door zijn gedurfde gevel, die de toegangspoort vormt tot het complex. De school is in 2007 geopend en beschikt over een centrale binnenplaats. Daar omheen zijn alle ‘domeinen’ gevestigd in eigen gebouwen, die langs straten en pleinen zijn gegroepeerd. De gebouwen zijn flexibel in te delen. Door het vele glas en de verbindingsbruggen oogt het gebouw speels en spannend.

AOC Oost (Twello)

twello

Deze agrarische school staat tussen een woonwijk en een landgoed, waardoor het perfect past in zijn omgeving. Lessen worden gegeven in de schooltuin, het dierenverblijf, het technieklokaal, de kas of bij een bedrijf in de buurt. De school beschikt over een warmte-koudeopslag, verticale tuinen en een sedumdak.

Het AOC voert inmiddels sinds januari met trots de groene vlag; een keurmerk voor ‘Eco-Schools’. Zo heeft de school duurzaamheidsthema’s opgenomen in het curriculum en worden er jaarlijks zogeheten ‘eco-scans’ uitgevoerd, om te bepalen hoe de school scoort op duurzaamheid en welke verbeterpunten er nog zijn.

Deltion College (Zwolle)

zwolle

“Een college met lef”, zo omschrijft het expertpanel het Deltion College in Zwolle. De school doet veel aan gezondheid van leerlingen door bewegen en gezonde voeding te stimuleren. Er is een groot sportcentrum en een theater. Het restaurant wordt door studenten gerund.

Wat betreft duurzaamheid scoort de school ook punten met onder meer betonkernactivering en hergebruik van regenwater.

Omdat alle opleidingen onder één dak zijn gehuisvest, vraagt het panel zich wel af in hoeverre het gebouw flexibel kan reageren op krimp. Maar al met al oordelen de experts positief: “Het is een ongelooflijk mooi gebouw, dat ondanks de grootte toch kleinschaligheid en herkenning heeft weten te realiseren.”

Nordwin College (Sneek)

sneek

In deze school hangt een goede, inspirerende sfeer, vindt het expertpanel. De school is heel bewust met duurzaamheid en energie bezig: zonnepanelen wekken energie op, er wordt regenwater opgevangen en hergebruikt en een sedumdak zorgt voor extra isolatie. De aandacht richt zich ook op het gedrag van leerlingen, docenten en medewerkers, bijvoorbeeld hoe zij met afval en voeding omgaan. Mede hierom heeft de school een Groene Vlag van keurmerk Eco-Schools gekregen.

ROC A12 (Veenendaal)

veenendaal

Het bijzondere aan deze school is dat het gebouw is ontworpen volgens het living building concept, dat is ontwikkeld aan de TU Delft. Hierbij wordt het gebouw nooit beschouwd als ‘af’, maar wordt al vanaf de bouw rekening gehouden met flexibiliteit, levensduur van materialen, energiezuinigheid en exploitatiekosten. Er wordt gekeken naar de lange termijn, de waarde voor de gebruiker en de prijs-prestatieverhouding. “Het gebouw groeit mee met de gebruikers”, aldus de experts.

Het gebouw bevat allerlei duurzame snufjes. Zo wordt, zoals een warmte-koudeontrekking aan het drinkwater op de naastgelegen water-winlocatie, een warmte-koudeopslag, en CO2-gestuurde ventilatie. Er komt veel daglicht binnen. Het atrium verbindt de twee gebouwdelen – in het gebouw is ook een vmbo-school gevestigd.

Expertpanel

Thomas Bögl (architect-directeur van LIAG architecten en bouwadviseurs)
Sara Vellenga-Persoon (senior adviseur bij M+P raadgevende ingenieurs BV)
Ton Wennink (MBA lid College van Bestuur Onderwijsgroep Noord)
Henk Leever (voorheen manager Facilitaire zaken & Huisvesting ROC Twente)
Rick de Wijk (vicevoorzitter JOB – Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs)
Jeannette Baljeu (algemeen directeur SBRCURnet)
Hetty van der Pennen (adviseur bij draaijer+partners en lid E-team)